Overslaan en naar inhoud

Het gaat niet om wat je gelooft, maar om wie je vertrouwt

Je scrollt wat op Facebook en ziet een reclame voorbij komen van een tweedehands auto. Het is precies de auto die je wil. Er staat bij: “Betrouwbare auto, altijd netjes onderhouden. Weinig kilometers op de teller en kan nog jarenlang mee!” Ja, dat zou ik ook zeggen als ik mijn auto verkoop. Hoe bepaal je of je een bericht gelooft?

‘Als je zo’n bericht beoordeelt, kijk je niet alleen naar wat er staat. Maar is het eigenlijk nog belangrijker wie het zegt’, zegt Catarina Dutilh Novaes, hoogleraar filosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij onderzoekt de oorzaken van desinformatie. ‘Om te bepalen of we iets geloven, kijken we vooral of we de bron vertrouwen.’ Als de reclame is geschreven door een autohandelaar waar jij goede ervaringen mee hebt, dan is de kans groter dat je het bericht vertrouwt.

Waarom vertrouw jij iemand?

‘Om te weten of iemand te vertrouwen is, kun je kijken naar iemands reputatie: wat heeft iemand al laten zien? Stel je wil weten of een autoverkoper betrouwbaar is. Dan zoek je eerst recensies op, of diegene z’n werk wel een beetje goed doet. We kijken dus of iemand verstand van zaken heeft. Heeft deze persoon veel kennis? Doet iemand diens werk al lang?’

‘Daarnaast vinden we het belangrijk dat iemand het beste met ons voor heeft. Heb je het idee dat iemand in jouw belang handelt? Dan zul je diegene ook meer vertrouwen.’ Stel, je vraagt aan iemand op straat hoe laat het is. Diegene kijkt op diens horloge en geeft antwoord. Waarom zou je deze persoon vertrouwen? ‘Omdat we denken dat een vreemde niets te winnen heeft bij het geven van misleidende informatie over de tijd’, aldus Catarina.

‘Of jij een bron betrouwbaar vindt, hangt ook sterk af van de groep waar je bij hoort. Als er een groot groepsgevoel is of grote vijandigheid tegenover een andere groep, heeft dat invloed op wat (en wie) jij gelooft.’ Zo geloof je bijvoorbeeld eerder iemand die bij jouw groep lijkt te horen. En zul je iemand uit een andere groep sneller wantrouwen. Denk aan iemand die het klimaat heel belangrijk vindt en veel vrienden heeft met een milieubewuste levensstijl. Diegene zal minder snel een ander vertrouwen die het milieu niet zo belangrijk vindt.

Het belang zegt niet alles

Maar deze manier van bepalen of je iets gelooft brengt ook risico’s met zich mee volgens Catarina: ‘In deze tijd zien we een afnemend vertrouwen in instituties, zoals de overheid of de media. Dat heeft enorme gevolgen. Kijk bijvoorbeeld naar de discussie rond vaccinaties. Er zijn mensen die een bericht met wetenschappelijk bewijs afwijzen, alleen omdat ze de afzender niet vertrouwen. Die denken: ‘dat is nep, waarschijnlijk beïnvloed door de belangen van de farmaceutische industrie, ofwel ‘Big Pharma’.’

‘Dat wantrouwen komt niet uit het niks. Fabrikanten van medicijnen willen namelijk ook geld verdienen. Maar dat ene belang wordt zo erg uitvergroot, dat de informatie alleen nog maar wordt beoordeeld op basis daarvan. En bijvoorbeeld niet op basis van kennis, ervaring of inhoud. Of het feit dat er meerdere belangen naast elkaar kunnen bestaan.’

Wantrouwen vergroten om zieltjes te winnen

Ook kan iemand expres de reputatie van een organisatie of persoon verpesten, zodat jij die niet meer vertrouwt. ‘Zo zijn er politici die bewust de ‘mainstream media’ als onbetrouwbaar wegzetten. Zij zouden de belangen van ‘de elite’ belangrijker vinden, dan jouw belang. Deze politici proberen er zo voor te zorgen dat je journalisten niet meer gelooft. En zo kunnen zij daar hun eigen ‘waarheid’ tegenover zetten, die vaak juist desinformatie bevat.’

Makers van desinformatie roepen vaak het hardst dat ze in jouw belang handelen of bij jouw groep horen. Het is goed om je te beseffen dat sommige mensen juist belang hebben bij het delen van desinformatie. Het maken van desinformatie kan veel geld opleveren. Bijvoorbeeld omdat er veel op wordt geklikt (en clicks leveren advertentie-inkomsten op). Of omdat de makers betaald worden om de mening van mensen te beïnvloeden. Daarom is het goed om dubbel te checken wat iemand écht kan laten zien, om jouw vertrouwen of wantrouwen te bevestigen.

Twee tips om de betrouwbaarheid te checken

Catarina geeft twee tips om een goede inschatting te maken:

1. Wees je bewust dat je altijd heel snel een inschatting maakt van hoe betrouwbaar iemand is. We vertrouwen bijvoorbeeld mensen die op ons lijken sneller. Omdat het een snelle inschatting is, is het makkelijk om je hierin te vergissen. Vraag je dus altijd af waarom je iemand vertrouwt (of wantrouwt) en of dat terecht is.

2. Check de afzender. Als je meer zekerheid wil, kun je kijken naar wat een persoon of organisatie in het verleden heeft gedaan. Controleer ook of het profiel wel echt is. Iemand kan gemakkelijk een profielfoto kiezen van iemand die ‘op jou lijkt’ om een betrouwbare indruk te wekken, waardoor je makkelijker gelooft wat diegene zegt. Iemand kan zichzelf expert noemen, zonder dat echt aan de kunnen tonen. Dubbelcheck daarom altijd of iemand echt is wie die zegt te zijn. Kun je controleren of diegene echt kennis en ervaring heeft over een onderwerp? En welke belangen diegene heeft?

Catarina Dutilh Novaes is hoogleraar filosofie aan de Vrije Universiteit. Ze doet onderzoek naar argumentatie, cognitie en redenering. Ze onderzoekt kwesties zoals: wanneer en hoe vinden wij feiten en argumenten overtuigend? Kunnen we van mening veranderen over maatschappelijke relevante onderwerpen; zo ja, hoe? Haar onderzoek draagt bij aan het maatschappelijke gesprek over onderwerpen als vaccinatie en discriminatie.

Dit artikel is onderdeel van 

Waarom geloven we nepnieuws?
Kopieer koppeling

Enquete
Hoe ben je op de site terechtgekomen?
Voldeed het bezoek aan je verwachtingen; heb je alles kunnen vinden?